Waar gaat het over?
Wanneer er sprake is van schoolinschrijving, is in eerste instantie de school van inschrijving verantwoordelijk voor het onderwijs, waaronder ook stage. Soms lukt het leerlingen om psychische redenen (tijdelijk) niet om volledig naar school te gaan en is het nog niet aan de orde om een TLV voor VSO aan te vragen. Er kan dan in overleg met de ouders en de professionals gekozen worden voor een andere passende daginvulling, ten alle tijde bij het er naar toe werken aan herstel van onderwijs.
Hoe doen we het in de Kop?
VSO – gemeenten:
In de Kop zorgen we ervoor dat we voor alle leerlingen die niet naar school gaan, samen ouders en professionals een plan wordt opgesteld, middels het document ‘Onderwijszorgarrangement’, met als doel dat de leerling weer kan deelnemen aan onderwijs.
Als het perspectief onderwijs niet meer aan de orde is kan voor leerlingen op het VSO of het praktijkonderwijs (PRO) dagbesteding ook als 'stage' worden ingezet. Dit kan echter alleen bij uitstroom uit het VSO of het PRO met het uitstroomprofiel dagbesteding. Deze leerlingen gaan in de laatste periode van hun schoolcarrière ‘stage’ lopen bij een dagbestedingscentrum als voorbereiding op de periode na hun schooltijd. Het doel is om de jeugdige en/of ouders kennis te laten maken met deze nieuwe situatie en daarmee de acceptatie van de beperkingen te ondersteunen. Hoewel dit door betrokkenen als ‘stagelopen’ wordt aangeduid, gaat het feitelijk om een gewenningsperiode voor deelname aan een zorgprogramma. Deze gewenningsperiode is maximaal 8 weken. Andere wetgeving dan de onderwijswetgeving is hier verantwoordelijk voor, evenals voor de periode (na schooluitschrijving) hierna, namelijk Jeugdwet, WMO of WLZ.
Hoe te handelen volgens de wet?
Onderwijs moet voldoen aan eisen als het gaat om inhoud, omvang (aantal uren per jaar) en locatie (op een schoollocatie met een erkend ‘brinnummer’). Aanbod op locaties zonder BRIN-nummer is geen onderwijs en valt niet onder de formele onderwijsbekostiging.
Uitzondering: de Variawet geeft ruimte om onderwijsondersteunende activiteiten te organiseren of bekostigen waarbij wordt afgeweken van plaats, tijd en inhoud. Er moet dan wel sprake zijn van een onderbouwing waarom wordt afgeweken van de eisen die gelden voor formeel onderwijs. Ook moet er een oza-plan zijn zoals hierboven beschreven. In die situaties kan op een locatie zonder BRIN-nummer een leerling voorzien worden van onderwijsondersteuning (aanvullend op de eventueel benodigde ondersteuning vanuit jeugdhulp).